Onlangs zat ik in een gesprek en de conclusie was dat we ‘gelukzoekers’ waren. Het werd beaamd; we zijn gelukzoekers.
En dus kan ik nu dankbaar terugkijken op de beslissing die onlangs genomen is, zodat ik misschien wel heel iets anders moet gaan doen. ‘Zolang je maar gelukkig bent.’, denk ik dan maar. Dan komt het met de rest ook wel goed.
En niet meer achterom kijken. Want deze week heb ik mijn cv weer ge-updatet en dan komen er toch wel weer hele processen voorbij. Waarom klikt het met die ene persoon wel en met die andere niet? We zijn op zoek naar iets nieuws en misschien is dat nieuwe niet altijd wat je ervan verwacht. Of is het helemaal niet mogelijk om naar geluk te zoeken?
Ik denk dat je er niet zoveel mee opschiet. Je doet het om jezelf er beter door te voelen; de vraag is of je er ook daadwerkelijk beter door wordt.
Deze week heb ik een essay gelezen over geluk. Het fenomeen heeft veel facetten en uiteindelijk lijkt het zo grijpbaar als de wind.
Het was leuk dat ik deze week ergens op bezoek kon en toen kreeg ik terug dat ik maar goed moest gaan uitrusten. Ja, dat was ook wel een ding. Want vaak moet je door en dat vraagt ook veel van je lichaam; meer dan we denken, misschien.
En dat uitrusten heeft dan ook wel weer gevolgen. Het geeft enige ontspanning waarbij je ook kunt gaan nadenken over welke activiteiten we kunnen gaan oppakken. Ik las een artikel over moeders met een eigen bedrijf. Het lijkt erop dat iedereen zich een slag in de rondte moet werken om rond te komen, tegenwoordig.
Uiteindelijk wordt je daar niet bij van, dus dan gaan we op zoek naar geluk. We zijn gelukzoekers.