Deze week is de voering in de jas klaargekomen. Er waren toch nog enkele hobbels die genomen moesten worden – de tijd bleek een factor in deze. En dat blijft zo. Er komt soms zoveel druk op het hele gebeuren te gaan, dat het niet meer gaat om hoe het uiteindelijk bedoeld is, maar om het resultaat.
Dat klinkt heel zakelijk. En iedereen weet dat het zo is.
Omdat ik momenteel eigenlijk een baan moet hebben naast dit coupeuse-/naaiwerk, ben ik ook weer gesommeerd om te gaan solliciteren. En dat heb ik gedaan.
Maar het werk thuis blijft toch doorgaan. Soms is het eigenlijk een soort ‘restauratiewerk’, ‘onderhoudswerk’, zeg maar. In feite is het onbetaalbaar.
Omdat ik een dergelijke opdracht in mijn ‘onderneming’ niet eerder heb uitgevoerd, bood ik aan om voor een basisprijs te gaan. Ook, omdat een jas uit de confectie was.
Het vervangen van de voering was niet een kleinigheidje. Temeer, omdat ik toch wel – dacht ik – een klassieke opleiding heb gevolgd. De oude voering was ook niet meer heel. Ik had bedacht om nog een apart beleg in de jas te naaien, maar heb daarvan afgezien, omdat de kraag vast zat als ‘beton’.
Het bijt elkaar, denk ik. Confectie en klassiek naaiwerk.
Er is ook een deel van mijn eigen tijd in gaan zitten die ik niet heb doorberekend. Dat moet ik dan maar zien als een investering c.q. ‘goodwill’. Soms is naaiwerk exclusief; misschien moet het dat ook maar blijven.
En goodwill moet ook blijven. Dan blijft het leuk. Ik heb ‘ja’ gezegd tegen deze klant, omdat ik mensen verder wil helpen en zelf ook verder wil.
Verder is het wel een uitdaging om er iets van te maken. Misschien wil ik mensen niet teleurstellen.